De rooie donder
Image default
Recreation / Autos

Gevaarherkenning in het examen

Sinds 2009 maakt gevaarherkenning deel uit van het auto theorie examen en wordt het behandeld tijdens een auto theorie cursus. Dit is opgenomen zodat het CBR kan toetsen of jij gevaarlijke verkeerssituaties vroegtijdig kunt opmerken, herkennen en voorspellen. Tijdens een auto theorie cursus leren ze je precies de kennis die je moet weten voor dit onderdeel. Heb je geen tijd of budget om naar een auto theorie cursus te gaan dan kan je dit artikel lezen. Wij geven je tips hoe jij de vragen goed kunt beantwoorden

 

Gevaarherkenning tijdens het auto theorie examen

De eerste 25 vragen die je krijgt tijdens het auto theorie examen gaat over gevaarherkenning. Je ziet een afbeelding met een verkeerssituatie waarbij jij je moet inleven alsof je de bestuurder bent. Bij al deze vragen zijn drie antwoorden mogelijk: niks doen, gas loslaten of remmen. Je moet dit antwoord binnen acht seconden geven. Veel mensen vinden dit lastig omdat er vaak wordt getwijfeld tussen de antwoorden. Bij een auto theorie cursus laten ze je precies weten wanneer je welke antwoorden moet geven maar dat doen wij ook.

 

Tijdens deze situaties kies je voor remmen, gas loslaten of niks doen

Het is verstandig om bij de verkeerssituaties te doen alsof je ze op het laatste moment opmerkt. In het echt zal je natuurlijk ver vooruitkijken zodat je ruim op tijd kan anticiperen. Tijdens een auto theorie cursus geven ze je de volgende tips bij de antwoorden. Je kiest voor remmen als er acuut gevaar is. Dit betekent dat er iets zal gebeuren als je niet afremt. Dit is vaak bij situaties waarbij je relatief hard rijdt.

 

Remmen kies je bijvoorbeeld wanneer er zwakkere of instabiele verkeersdeelnemers tegenkomt, grote snelheidsverschillen en onoverzichtelijke en gevaarlijke kruispunten. Gas loslaten kies je als er een kleine kans is dat er iets gaat gebeuren zoals bij verkeerssituaties die niet goed te overzien zijn of die je niet vertrouwt. Daarnaast kan je hier ook voor kiezen als er geen direct gevaar is of als de snelheid is aangepast. Je doet niks bij situaties die je goed kunt overzien of als er geen direct gevaar is. Ook voldoende ruimte om te handelen of vluchtmogelijkheden zijn redenen om niks te doen.